Dominicus (Douwe) Walta, geb. 21-12-1842 te Workum (Fr.), is op 16 oktober 1867 (op 24-jarige leeftijd, hij vulde op het formulier als beroep "landarbeider" in) in dienst getreden als soldaat bij de zouaven, dat was het leger van de paus. (Op een ander document staat de datum van 22-12-1867). Op 23-06-1870 liep zijn diensttijd ten einde en keerde hij terug naar Nederland. Hij trouwde op 19-05-1872 in Bolsward met Lolkje Teernstra. Uit dit huwelijk kwamen 6 kinderen voort. Ze verhuisden later naar Amsterdam. Op 23-12-1899 kreeg hij in Amsterdam een onderscheiding voor zijn verdiensten als pauselijk zouaaf: de medaille Bene Merenti.
Zijn broer Matthijs (Ties) Walta, geb. 17-04-1845 te Workum (Fr.), (van beroep: landarbeider) trad eveneens in dienst als soldaat bij de pauselijke zouaven, op 02-06-1870. Ten gevolge van de val van Rome werd hij uit het leger ontslagen op 20-09-1870. Hij ontving in Workum in 1906 de medaille Bene Merenti. Matthijs (die als enige van de broers wel de Val van Rome meemaakte), trouwde op 31 jarige leeftijd op 26-11-1876 in Workum met Geeske Kingma. Zij kregen 5 kinderen.
Zijn broer Bauke Walta, geb. 12-11-1846 in Workum, was zouaaf van 3-2-1866 tot 16-02-1868. Hij was dus de eerste van de broers die na de opleiding in Oudenbosch, naar Italië af reisde. Ook hij ontving op 13-12-1899 in Amsterdam de medaille Bene Merenti. Bauke trouwde op 25 jarige leeftijd, op 23-06-1872 in Workum met Sipkjen van der Pal. Zij kregen 5 kinderen.
1870: Douwe en Matthijs | Bauke |
(Klik op een foto voor een vergroting) |
Er is een brief gedateerd 16 januari 1870, geschreven door Dominicus Walta uit Rome, gericht aan zijn broer en zus, over o.a. het concilie van Rome (1869-1870).
Rome, den 26. januari 1870
Waarde broeder en zuster,
Daar ik de gelegenheid heb om U edele enige letteren te sturen, zal ik deze gelegenheid eens waarnemen, alhoewel ik tegenwoordig niet veel nieuws weet, want ik denk dat UE de brief wel zult gelezen hebben die ik onze Broeder heb geschrefen. Van het concilie is anders niets te zien, dan men ziet de bisschoppen naar de zaal gaan en weg komen en door de stad rijden, maar dan is er veel drukte. Zeven, achthonderd tegelijk en meest allen met het rijtuig. Het is hier tegenwoordig erg koud en hoop niet dat UE het mij kwalijk zal nemen dat ik vlug ophoud, want wij zitten hier niet bij een kagchel en ik heb vooral last van de handen, dat kan UE wel aan de letters zien. Voorts zend ik UE een portret met zes man erop, de staande zijn aan de regterkant een van Delft en daarnaast G. Franken van Dronrijp, daarnaast T. Boermans van Wijtgaard en de andere D. Walta van Workum. Die regts zit is een van Gent en de andere P. van der Zweep, Wijtgaard, en UE word verzocht om deze Medaille aan onze Moeder te geven, dat is van den H. Vader. Hier houd ik maar op met de pen maar niet met het hart.
Zijt van mij gegroet, uwe Broeder D.D. Walta. Het compliment aan familie, vrienden en bekenden.
Het leger van de paus bestond uit Franse, Belgische en Nederlandse vrijwilligers, die werden ingezet in de strijd om de Kerkelijke Staat te verdedigen in het kader van de Italiaanse eenheidsbeweging (Risorgimento). Onder de Franse generaal Lamoricière werden zij bij Castelfidardo in 1860 verslagen. Later, met o.a. 3000 Nederlanders er bij (Nederland bracht de meeste zouaven voort, met centra in Maastricht en Oudenbosch), streden zij met meer succes in de periode vanaf de slag bij Mentana in november 1867 tot de val van Rome in 1870. Het is bekend dat de broers Walta niet betrokken zijn geweest bij de slag van Mentana in 1867. Thijs Walta is wel aanwezig geweest bij de val van Rome in 1870.
Een zouaaf mocht niet getrouwd zijn. De diensttijd bij de pauselijke zouaven bedroeg twee jaar. Daarna ontvingen zij een militair paspoort, dat gold als reisdocument om terug te keren naar Nederland. Bijtekenen kon alleen vanuit Nederland.
Mentana is een plaats met circa 9000 inwoners in Italië, in de regio Lazio, provincie Rome, gelegen ten noord-oosten van de stad Rome. De slag bij Mentana was het gevecht dat op 3 november 1867 plaatsvond, en waarbij de Franse en de pauselijke troepen de overwinning behaalden op de vrijscharen van Garibaldi.
Het concilie van Rome: 1869 - 1870, werd afgebroken door de Frans Duitse oorlog. Het onderwerp was: de onfeilbaarheid van de paus.
De val van Rome: 1870.
Italië werd een koninkrijk, met Victor Emanuel II als eerste koning.
Lodewijk Napoleon wilde de geestelijkheid gunstig stemmen en steunde de gevluchte paus op zijn verzoek. Pas toen de Fransen de stad Rome in 1870 moesten verlaten wegens de Frans-Duitse oorlog, drongen de Italiaanse troepen Rome binnen.
Zo werd Rome de hoofdstad van het koninkrijk Italië. De pausen beschouwden zich als gevangenen van het Vaticaan. Pas sinds 1929 (verdrag van Lateranen) ontstond Vaticaanstad met de kenmerken van een soevereine staat.
In de Frans-Duitse oorlog streden er nog zouaven aan Franse zijde.
Literatuur:
Het woord zouaaf komt via het Franse zouave, oorspronkelijk zuavas, van het Arabische zouaoua, dat de naam is van een stam van het Kabylenvolk in Algerije.
Zouaven waren Kabylse soldaten die de lijfwachten vormden van de Berbervorsten. Toen deze soldaten in 1830 in Franse dienst werden genomen, ontstond daardoor het Franse korps der zouaven. Geleidelijk werd het korps aangevuld met steeds meer Fransen tot het uiteindelijk uit uitsluitend Fransen bestond, die de oorspronkelijke schilderachtige klederdracht van de Berbers bleven dragen. (Dit korps vocht o.a. ook in de Krim oorlog).
Kabylen is een Berbervolk in Algerije. Ze wonen in het bergland tussen Algiers en Constantine. Ze namen de islam over van de Arabische veroveraars. Ze verzetten zich van 1830 - 1857 met kracht tegen de Franse overheersing. De Fransen vormden een speciale legerafdeling uit deze geharde strijders. Aangezien de landbouw te weinig opleverde, zochten vele Kabylen werk in Frankrijk.
Nederlands Zouavenmuseum
Markt 31
Oudenbosch (N-Brabant)
Tel. 0165-313448
Tekst en foto's: Ineke Cornelissen